Ik had een plan,
Maar dat plan bracht me niet naar het einddoel dat ik in gedachten had.
Het bracht me wel ergens.
Eerst dacht ik : “Ja, naar de rand van de afgrond.”
Nu denk ik: “Op de plek, waar ik ben.”
Ik sta verbijsterd te kijken, naar dat spel dat ik heb gespeeld en waarbij ik niet in de gaten had, wat het leven me onverbiddelijk duidelijk maakte.
Ik dacht dat de omstandigheden me ook dreven, en ik deed maar mee.
Maar als ik naar de omstandigheden had gehandeld, dan was ik niet van zo hoog gevallen.
Mijn ” ik ” moest dit koste wat kost doordrijven, het gezicht de verkeerde kant op.
En nu? Ik heb geen idee.
Ik ga dat maar eens uitproberen, hoe dat is, te leven zonder een idee waar het heen gaat.
Geen grote plannen, wel kleine plannen.
Wat eten we vandaag, schijnt de zon of regent het, kan ik buiten zitten.
De kattenbak verschonen, glas wegbrengen.
Laat ik dat maar eens proberen, beginnen waar ik ben. En dan laat ik de mooie woorden maar eens varen en kijken wat er echt aan is.
Niet meer eindeloos doorhollen, als een hond die zijn eigen staart probeert te grijpen. Gewoon stil zitten en beseffen dat de staart altijd bij je is, als je erachter aan gaat, krijg je hem niet te pakken. Maar als je rustig bent, dan merk je, er valt niets te grijpen, alles is er al. Zoiets……
Misschien zoals in de Zhuang Zi staat beschreven:
Kom mee! Laten we gaan zwerven in het land van niemendal, en laten we alle discussies op een hoop gooien, want die zijn immers eindeloos. Dan gaan we samen proberen niets te doen, in rust en stilte, in vrede en zuiverheid, in harmonie en vrijheid. Reeds heb ik geen bepaalde bedoeling meer en geen reisdoel; ik weet niet waarheen dit pad voert en ik weet niet wat ik ga bereiken, ik kom en ga, en weet niet waar ik zal stoppen. Ik ben er al geweest en ook weer teruggekomen, zonder me rekenschap te geven waar het allemaal ophoudt. Ik zwerf hier en daar in een eindeloze ruimte.
Bron: Zhuang Zi; De volledige geschriften, vertaald en toegelicht door Kristofer Schipper,